zaterdag 21 januari 2012

Even iets rechtzetten

Op het einde van "proeven deel 1 - mondgevoel" spreek ik over glycol als filmend bestanddeel van wijn. Dit moet natuurlijk glycerol (of glycerine of E422) zijn. Glycerol komt op natuurlijke wijze in wijn tijdens de alcoholische gisting, is lichtjes zoet en vooral zeer viskeus. Vooral in edelrot wijnen zit veel glycerol, waardoor deze wijnen typisch dik en olieachtig zijn.

Glycol is een ander verhaal. De meeste mensen kennen glycol nog van het Oostenrijkse wijnschandaal in 1985. Oostenrijkse wijnproducenten voegden toen di-ethyleenglycol toe aan witte wijn om zo een vollere en zoetere smaak te bekomen. In Duitsland werden deze wijnen illegaal versneden in duurdere Duitse kwaliteitswijnen van mindere jaargangen, tot de fraude werd ontdekt na kwaliteitscontroles in Duitse labo’s. De toegevoegde stof is matig toxisch. Bij langdurige consumptie tast di-ethyleenglycol de werking van lever en nieren aan, en vanaf 40 g/L kan het dodelijk zijn. Normaal mag er maximum 10 mg/L in wijn voorkomen (OIV). In de Oostenrijkse wijnen zat 0,1 tot 3 g/L. Niet echt gevaarlijk dus. Er dient hierbij wel opgemerkt dat het niet ging over ethyleenglycol, een stof die veel toxischer is en courant wordt gebruikt als antivriesmiddel, wat veel minder of bijna niet het geval is met di-ethyleenglycol (al sprak men in de pers wel van het "antivries schandaal". Er waren bij dit incident geen slachtoffers. De Oostenrijkse wijnsector heeft er wel jaren onder geleden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten